Markten gekalmeerd

Bekijk hier de online versie

Amsterdam, 22 april 2021                  nummer 135

 

 

Geachte heer/mevrouw ,


Hierbij ontvangt u de IVM Caring Capital nieuwsbrief voor april 2021. Deze maand vragen we uw aandacht voor de volgende onderwerpen:

  • Markten weer gekalmeerd
    De Caring Capital View van april 2021, door Maarten Friederich, (Hoofd Beleggingen)
  • TenneT: 40% méér duurzame stroom in 2020
  • Langstlevende moet jaarlijks inzage in vermogen geven
  • Krap 3% van de aarde nog ecologisch intact
  • Rapport legitieme portie klaar, wachten is op nieuwe kabinet
  • Tijd nodig tot netto nuluitstoot verschilt per land
  • Serie! Het beleggingsbeleid van IVM Caring Capital in de praktijk: SFDR: leidraad bij het duurzaam beleggingsbeleid van IVM Caring Capital 

We hopen en vertrouwen erop dat de informatie in deze artikelen voor u nuttig is en wensen u veel plezier bij het lezen.

 

Met vriendelijke groet, 

 

Het bestuur van IVM Caring Capital

 

Ilco Snoey Kiewit, CCOO

Hans Volberda, CEO

 

Markten weer gekalmeerd

CARING CAPITAL VIEW
Maarten Friederich (Hoofd Beleggingen)

 

Na een aantal zeer turbulente weken, lijken financiële markten tot rust te zijn gekomen. De stijging van de Amerikaanse rente zette niet door. De stijging op de Amerikaanse beurs wel, naar nieuwe recordhoogtes zelfs. De economische cijfers waren over het algemeen beter dan voorzien en bevestigden de verwachting van een sterk economisch herstel in de loop van het jaar. Ook de inflatiecijfers vielen hoger uit dan verwacht, maar deden de rente niet stijgen. De boodschap van de Federal Reserve werd weer meerdere keren herhaald: deze hogere inflatie wordt juist omarmd en dient ter compensatie van de lage inflatie van de afgelopen tijd. De Fed heeft er dus voor gezorgd dat er minder samenhang is tussen de rente en het niveau van de inflatie. De inflatie mag immers stijgen tot boven de doelstelling, zonder dat de Fed de rente zal verhogen. En zoals wij de vorige keer al schreven is een lage rente bij oplopende inflatie goed voor de aandelenmarkt. Gelet op de huidige sterke vraag, kunnen stijgende prijzen goed doorgegeven worden aan de klant, terwijl tegelijkertijd de rentelasten laag blijven. Hogere opbrengsten en minder kosten, dat is natuurlijk goed voor de winst van de bedrijven. Dit nieuwe monetaire beleid van de Fed kan ervoor zorgen dat ook bij een wat hogere inflatie de waardering van de aandelenmarkt intact blijft. Er is voor de Fed nu dus geen enkele aanleiding om het stimulerende monetair beleid aan te passen en dus veranderen wij ook niets aan onze uitgangspunten.

 

Het begrip alpha
Wij mensen functioneren in een wereld met een oneindig aantal dimensies. Oneindig, omdat wij telkens nieuwe ontdekken en/of uitvinden. In de wiskunde, en specifiek de geometrie, wordt begonnen met het leren te denken in één dimensie (punt), twee dimensies (lijn) en drie dimensies (kubus). Het wordt abstract in de vierde en daarop volgende dimensie waarvan de hoeveelheid ongelimiteerd is. De samenstelling en bewegingen van uw portefeuille zijn de resultante van de dimensies die relevant zijn voor de waarde van de portefeuille. Wij werken in dimensies zoals volatiliteit, werkelijke prijs, verwachte prijs, werkelijke winst, verwachte winst, inflatie en verwachte inflatie, ontwikkelingen van de rente, regelgeving, hebzucht, angst, afgeleiden daarvan en correlaties daartussen. Dit alles resulteert in alpha; een indicator voor de mate waarin de marktprijzen (de verwachtingen van alle marktparticipanten) van de effecten in de portefeuille zich bewegen richting onze eigen verwachtingen. 

 

CO2-neutraal 
Vorig jaar identificeerden wij de noodzaak voor bestaande oliemaatschappijen om zich opnieuw uit te vinden. Energiemaatschappijen moeten CO2-neutraal worden, en wel volledig in 2050. Sommige beleggers doken op bestaande duurzame energiemaatschappijen. Het leek immers waarschijnlijk dat deze zouden worden overgenomen. Wij daarentegen kozen voor een andere weg. Namelijk door niet te investeren in de eigenaar van de kapitaalgoederen die energie produceren zonder daarbij CO2 uit te stoten, maar door te investeren in de producent van die kapitaalgoederen. Waarbij laatstgenoemde producent eigenaar is van de kennis die hiervoor nodig is. Wij kochten onder andere de aandelen van producenten van zonnepanelen, windmolens en brandstofcellen. 

 

Rentegevoelige bedrijven
Een daling van de waarde van de aandelen voor deze groep als gevolg van de recente rentestijging is deels verklaarbaar. Hun cliënten zijn immers voornamelijk nutsbedrijven. De productie, kosten en winst van deze bedrijven zijn normaal gesproken vrij constant, vergelijkbaar met die van een obligatie, vandaar ook de rentegevoeligheid. Een forse waardedaling van deze ondernemingen vermindert de potentiële vraag naar dergelijke kapitaalgoederen en dus de omzetverwachtingen van de producenten hiervan. De waarde van een belangrijk deel van onze individuele aandelen is dus gevoelig voor de rente-ontwikkeling. Maar waarom, nu de rente weer daalt, blijft het positieve effect daarvan op onze aandelen in de energietransitie uit en zien we (nog) geen herstel? Vragen waarop wij antwoorden zoeken, die echter niet noodzakelijkerwijs tot een verandering in de portefeuille hoeven te leiden. De ontwikkeling van de marktprijs staat immers vaak deels los van werkelijke veranderingen. En de werkelijke veranderingen, de verduurzaming van de maatschappij en de daarmee gepaard gaande behoefte aan het CO2-neutraal opwekken van energie, gaat onverminderd door. 

 

Digitale transformatie
Een opvallende verandering in de digitale transformatie is wel aan de gang. De recente veroordeling van Jimmy Lai en de miljardenboete die Alibaba van de Chinese overheid kreeg opgelegd, zijn een indicatie dat de grens voor grotere (digitale) vrijheid in China is bereikt. Voor de economische ontwikkeling van China was digitalisering heel belangrijk. Niet vreemd dus dat de Chinese beurs nu behoorlijk achter blijft bij die van de ontwikkelde markten (developed markets). Social media spelen een rol bij het verspreiden van dubieuze informatie en kan zelfs een bedreiging zijn voor de democratie en de gevestigde orde. Het stond ook aan de basis van grote sociale bewegingen. Vooralsnog is dit alleen in de ogen van de Chinese communistische partij een probleem geworden. Wij verwachten dat dit in de westerse wereld anders zal zijn. Een ongelimiteerde (digitale) vrijheid is ons belangrijkste economische goed aan het worden. China haakt af. Wij verwachten dat dat in de VS niet het geval zal zijn en hopen dat dit ook voor Europa geldt. De VS gaat inmiddels zelfs de strijd aan met Rusland die ervan wordt verdacht juist hier van verstorende invloed te zijn geweest.

 

Conclusie
Op basis van het nieuwe beleid van de Fed handhaven wij onze maximaal overwogen positie in aandelen van 15%. Gezien de steeds sterker wordende trend naar verdere verduurzaming van de maatschappij, handhaven wij onze aandelenpositie in de bedrijven die actief voorop lopen in de energietransitie. En op basis van het feit dat in ieder geval in de VS ongelimiteerde (digitale) vrijheid vooralsnog niet ter discussie staat, hebben wij onze positionering in de digitale transformatie uitgebreid.  Op deze manier denken wij optimaal gepositioneerd te zijn. 
 

Het performanceoverzicht van de modelportefeuille kunt u vinden op onze website: www.ivmcaringcapital.nl.


© IVM Caring Capital 2021. Niets uit dit document mag worden gekopieerd of verspreid zonder voorafgaande toestemming van de auteur. 

Naar boven 
 

TenneT: 40% méér duurzame stroom in 2020

De elektriciteitsmix laat steeds duidelijker zien dat de energietransitie volop in beweging is. In 2020 steeg de gezamenlijke productie van zonne- en windenergie met ruim 40% ten opzichte van het voorafgaande jaar. Daardoor en door een verschuiving naar schoner aardgas is het gebruik van steenkool drastisch verminderd en daalde de CO2-uitstoot. Vooral door de pandemie en de overheidsmaatregelen daartegen zijn de elektriciteitsprijzen op de Europese groothandelsmarkten met 19% gedaald. Als gevolg van de lagere vraag naar elektriciteit en gas drongen veel landen de productie terug, of legden zij die geheel stil. Omdat de productie in Nederland wel doorging, was ons land voor het eerst sinds 1981 weer netto exporteur van elektriciteit. Dit zijn de belangrijkste bevindingen uit de onlangs verschenen Annual Market Update 2020 van TenneT, de netbeheerder in Nederland en grote delen van Duitsland.
 
Stroom uit gas goedkoper dan uit steenkool
In 2020 verslechterde de concurrentiepositie van kolencentrales verder. Aardgascentrales kunnen stroom leveren tegen hogere marges omdat ze efficiënter (efficiency 55%) produceren dan kolencentrales (efficiency 40%). Bovendien generen kolencentrales bijna twee keer zoveel CO2-uitstoot. Met uitzondering van december werd er in 2020 meer elektriciteit uit gas opgewekt dan uit kolen, zowel in Nederland als Duitsland. Beide landen noteerden een laagterecord in juni en juli. In totaal produceerde Nederland vorig jaar 102 Terawatt per uur (TWh), iets meer dan in 2019 (100TWh). De geëxporteerde stroom ging voornamelijk naar het Verenigd Koninkrijk en België. In Duitsland nam de totale productie van elektriciteit juist af met 26 TWh, voornamelijk omdat er minder stroom werd opgewekt door steen- en bruinkoolcentrales en kerncentrales. 


Aandeel van duurzame stroom in de elektriciteitsmix stijgt
In Nederland groeide het duurzaam vermogen in 2020 met 7,3 GW, waarmee de totale capaciteit uit alle energiebronnen uitkwam op 41 GW. Met name de weersafhankelijke duurzame bronnen deden het goed: zonne-energie bleek met een plus van 3,1GW op een totaal van 8 TWh de snelste stijger, terwijl elektriciteit uit off-shore windparken nóg harder groeide (+66%), vooral dankzij de windparken bij Borssele. Uiteindelijk werd er vorig jaar in totaal 23 TWh aan duurzame stroom opgewekt; dat staat ongeveer gelijk aan het jaarlijks verbruik van Noord-Holland en Utrecht samen. Door de bouw van nieuwe  windparken in zowel zee als op het land en een toename van het aantal zonnepanelen, zal het aandeel van duurzame energie in de elektriciteitsmix de komende jaren alleen maar verder toenemen.

 

Bronnen: duurzaamnieuws.nl, vemw.nl
Naar boven 

 

Langstlevende moet jaarlijks inzage in vermogen geven

Het tweetrapstestament is een vaak gekozen oplossing voor mensen met kinderen (of andere erfgenamen) die hun partner verzorgd willen achterlaten en er (te) weinig liquide middelen zijn om direct veel erfbelasting te betalen. In deze opzet is bij de dood van de erflater de overgebleven partner de enige erfgenaam, waardoor zijn of haar ruime partnervrijstelling voor de hele erfenis kan worden benut. De kinderen erven pas na het overlijden van de ‘langstlevende’ partner. Een voordeel van deze constructie is dat het betalen van erfbelasting over de kindsdelen wordt uitgesteld tot het overlijden van de langstlevende partner. Als het gaat om de ouders van de kinderen, worden deze na het overlijden van de langstlevende ouder erfgenaam in twee nalatenschappen tegelijk. Zij erven wat de eerst overleden ouder heeft nagelaten, minus wat de langstlevende ouder daarvan heeft opgemaakt. Daarnaast erven zij het eigen vermogen van de langstlevende ouder. In de praktijk kunnen de juridische voorwaarden die bij deze oplossing horen voor problemen zorgen. Bijvoorbeeld in een ‘tweetrapsmaking’ waarbij de langstlevende niet de vader of moeder is van de kinderen, maar een tweede (of nog latere) partner. Een dergelijk geval speelde dit jaar voor de Rechtbank Midden-Nederland.

 

Plicht tot jaarlijkse opgave saldi
Het ging om een man die in een tweetrapstestament zijn vriendin had benoemd tot enige erfgenaam (in juridische taal is zij ‘de bezwaarde’). Zijn kinderen (de ‘verwachters’) erven pas van hem na het overlijden van de vriendin. De rechter moet oordelen over een geschil dat is ontstaan tussen de kinderen en de vrouw over welke informatie deze precies aan hen moet geven over de nalatenschap. De Rechtbank stelt allereerst vast dat de vriendin wettelijk verplicht is elk jaar opgave aan de kinderen te doen over de staat van hun nalatenschap, oftewel het ‘bezwaarde vermogen’. Daarmee veegt de rechter haar argument van tafel dat deze jaarlijkse opgave in strijd zou zijn met de verzorgingsgedachte achter het testament. De erflater had bepaald dat de vrouw alleen opgave hoefde te doen als de wet dat dwingend voorschrijft, maar dat is hier het geval. De vrouw ziet deze verplichting als controle en vindt dat belastend. Volgens de rechter vloeit de jaarlijkse inzage echter voort uit het type testament waarvoor de erflater nu eenmaal heeft gekozen. Er is dus geen sprake van misbruik van bevoegdheden, of van een ‘onredelijke en/of onbillijke’ verplichting. 

 

Toonplicht
De rechter oordeelt verder dat de kinderen recht hebben op een jaarlijkse opgave van het eigen vermogen van de vrouw. Volgens het testament hoeft zij niet in te teren op haar eigen vermogen ‘vóórdat wordt ingeteerd op de verkrijging’. Ook wordt eventuele intering geacht ‘te zijn geschied naar evenredigheid van de verkrijging’. Hieruit volgt dat de kinderen er belang bij hebben jaarlijks inzage te krijgen in het vermogenssaldo van de vrouw. Deze informatie is nodig om te kunnen beoordelen of er te zijner tijd nog voldoende vermogen over is voor uitkering van de legitieme portie. Overigens hadden de kinderen al aangegeven dat zij niet precies hoefden te weten waaruit het eigen vermogen van de vrouw bestond. Wél hebben zij volgens de rechter recht op inzage in de samenstelling van het bezwaarde vermogen, dus de oorspronkelijke nalatenschap van de erflater. Ook deze ‘toonplicht’ vloeit voort uit de tweetrapsmaking.

 

Alternatief voor tweetrapstestament
Het tweetrapstestament heeft als voordeel dat de betaling van erfbelasting wordt uitgesteld, maar is daarmee niet altijd de meest optimale (fiscale) constructie voor de kinderen. Er kleven namelijk nadelen aan de tweetrapsmaking. De kinderen worden als het ware tijdelijk ‘onterfd’, maar moeten na het overlijden van de langstlevende partner nog wel inzage in het vermogensverloop kunnen geven aan de fiscus. Als dit niet (meer) mogelijk is, bestaat het risico dat niet meer optimaal gebruik kan worden gemaakt van de dubbele kindvrijstelling (omdat het om twee nalatenschappen gaat). Ook kunnen de afwikkelingskosten van de tweetrapsnalatenschap hoger uitvallen. Een van de mogelijke alternatieven voor de tweetrapsmaking is het ‘opvullegaat’, met name als er onvoldoende vrij vermogen is. Dit is vaak het geval als er een eigen woning is met een hoge overwaarde. De fiscus rekent de (over)waarde van de eigen woning tot het vermogen van de erflater. Voor kinderen geldt een veel lagere vrijstelling van erfbelasting (€ 21.282 in 2021) dan voor partners (€ 671.910 in 2021). Zonder testamentaire oplossing zou de langstlevende partner dus al gauw te maken kunnen krijgen met een aanslag erfbelasting voor de diverse kindsdelen. Dat is lastig op te brengen als het geld grotendeels vast zit ‘in de stenen’. Met een opvullegaat vult de langstlevende partner als het ware het eigen erfdeel aan met (een deel van) dat van de kinderen, daarbij optimaal gebruik makend van de veel ruimere vrijstelling voor partners.

 

Met dank aan Van Ewijk Estate Partners. Overige bronnen: belastingdienst.nl, nunotariaat.nl. Relaties van IVM Caring Capital met vragen over dit onderwerp kunnen hiervoor terecht bij hun vaste contactpersoon.

Naar boven  

 

Krap 3% van de aarde nog ecologisch intact

Van alle ecosystemen op het land is nog maar 2,8% net zo intact als vijfhonderd jaar geleden, zo blijkt uit een studie door een internationaal team van wetenschappers, onlangs gepubliceerd in het vakblad Frontiers in Forests and Global Change. Dat aantal ligt een stuk lager dan de 20% tot 40% die tot dusverre werd geschat, voornamelijk op basis van satellietbeelden. De wetenschappers achter de studie voeren echter aan dat oerwouden, savannes en toendra’s er ‘van bovenaf’ intact kunnen uitzien, maar dat er toch essentiële diersoorten niet meer voorkomen. Volgens hun methodologie zijn nog maar enkele delen van het aardoppervlak geheel ecologisch intact. Dat houdt in dat bestaande populaties van alle eerder aanwezige diersoorten nog leven in dezelfde habitat als een jaar of vijfhonderd geleden. Deze nog niet door de mens aangetaste gebieden zijn te vinden in delen van tropische oerbossen in het Amazonegebied en Kongo; in bossen en toendra’s in Oost-Siberië en Noord-Canada; en in de Sahara. In het werelddeel Australië is echter, mede door de komst van invasieve uitheemse soorten als katten, vossen en konijnen, geen enkel gebied meer intact.

 

Biodiversiteitscrisis
Voor deze studie gebruikten de wetenschappers duizenden kaarten van leefgebieden waar schade is aangericht door de mens. Ook zijn er kaarten die laten zien waar dieren zijn verdwenen uit hun oorspronkelijke habitat, of waar te weinig dieren zijn overgebleven om een gezond ecosysteem in stand te houden. Van insecten tot leeuwen duiden sterk gereduceerde populaties op een ware biodiversiteitscrisis, die voor het merendeel is veroorzaakt door het verdwijnen van natuurlijke habitats, om de honger naar land voor agricultuur en bebouwing te stillen. Toch is er ook kritiek op het huidige onderzoek, omdat de huidige analyse de biodiversiteit van sommige gebieden zou onderschatten. De nieuwe kaarten zouden namelijk geen rekening houden met de vraag welke diersoorten 500 jaar geleden aanwezig waren en de invloed van de huidige klimaatcrisis onderschatten. Andere wetenschappers zetten vraagtekens bij het effect van plannen om bepaalde diersoorten te herintroduceren in bedreigde gebieden, omdat hiermee het eigenlijke probleem (de oprukkende mens) niet wordt aangepakt.

 

Herintroductie inheemse diersoorten
Veel diersoorten worden met uitsterven bedreigd door de vernietiging van hun leefgebieden. Pessimistische wetenschappers beweren zelfs dat we voor een zesde, massale uitsterving van het leven op aarde staan. Maar er zijn ook optimistischer geluiden. Sommige onderzoekers denken dat tot 20% van het aardoppervlak hersteld kan worden met de juiste inspanningen. In het Kongobekken in Centraal-Afrika bijvoorbeeld, is de olifantenpopulatie na menselijke inspanning weer hersteld in zijn oorspronkelijke staat. In het Amerikaanse Yellowstone Park is de wolvenpopulatie door de mens weer op peil gebracht. Ook op mondiale schaal worden er initiatieven ondernomen om de vernietiging van de natuur op aarde een halt toe te roepen. In januari hebben meer dan 50 landen toegezegd om vóór 2030 bijna een derde van alle natuurgebieden wereldwijd te beschermen. Volgens eerder onderzoek is in Nederland nog maar 4% van alle beschermde habitattypen gezond. Daarmee is de natuur in ons land er het slechtst aan toe van heel Europa. Grootste boosdoener: de stikstofvervuiling.

 

Bronnen: theguardian.com, nu.nl
Naar boven  

 

Rapport legitieme portie klaar, wachten is op nieuwe kabinet

Sinds we de laatste keer berichtten over de maatschappelijke discussie die al sinds 2016 gaande is over het wel of niet afschaffen van de legitieme portie, is het lang verwachte rapport van het Centrum voor Notarieel Recht (CNR) van de Radboud Universiteit en Netwerk Notarissen verschenen over dit onderwerp. Onder de titel De legitieme portie, december 2020 doen de samenstellers verslag van de resultaten van een aantal peilingen onder zowel het Nederlandse publiek als notariële professionals. Daaruit blijkt een afgetekende meerderheid onder beide groepen tegen handhaving van de legitieme portie te zijn – in ieder geval in zijn huidige vorm. Volgens de wet kunnen kinderen nu nog slechts gedeeltelijk worden onterfd, maar houden zij altijd recht op de helft van de waarde bij een gelijke verdeling. 

 

Nuancering
Voorstanders van afschaffing van de legitieme portie voeren aan dat de legitieme portie niet meer ‘van deze tijd’ is en dat er niet langer voldoende maatschappelijk draagvlak voor is. Al in 2016 bleek uit enquêtes dat 40% van alle Nederlanders en 62% van de notarissen vóór afschaffing is. Tegenstanders van afschaffing wijzen echter op de risico’s voor bepaalde groepen kinderen, bijvoorbeeld uit eerdere huwelijken. Het CNR komt daarom met een aanbeveling die neerkomt op nuancering van de huidige legitieme portie: afschaffing van de klassieke ‘legitieme’ portie, maar wel “onder handhaving van het regime dat minderjarigen en jongmeerderjarigen goed beschermt op het vlak van kosten van verzorging en opvoeding, levensonderhoud en studie bij het overlijden van een ouder.” De verschijning van het rapport leidde tot nieuwe vragen in de Tweede Kamer. In antwoord daarop stelde Sander Dekker, de demissionaire minister van Rechtsbescherming, dat de verschillende rechtsovertuigingen die uit het rapport spreken ertoe nopen een beslissing over de legitieme portie over te laten aan een volgend kabinet. Wél ziet hij in het rapport belangrijke suggesties voor de verdere discussie.

 

Met dank aan Van Ewijk Estate Planning. Overige bron: legitiemeportie.com

Naar boven  

 

Tijd nodig tot netto nuluitstoot verschilt per land

Meer dan 100 landen en regio’s hebben aangekondigd de uitstoot van broeikasgassen rond 2050 terug te brengen naar netto nul. Wanneer dit moment precies wordt bereikt kan echter van land tot land enorm verschillen. Het tempo is onder meer afhankelijk van het potentieel voor herbebossing en de mogelijkheden voor afvang en opslag van CO2, terwijl ook de principes van redelijkheid en billijkheid een grote rol spelen. Dit melden onderzoekers van het PBL (Netherlands Environmental Assessment Agency) in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Communications. In het artikel berekenen zij op basis van 1,5 °C en 2 °C scenario’s uit zogenaamde Integrated Assessment Models voor 10 grote landen wanneer hun netto-nul emissiedoelen haalbaar zijn, willen ze voldoen aan de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs. Ze spreken van ‘netto nul’ als doelstelling, omdat opname van CO2 door herbebossing en andere opties nodig kunnen zijn om emissies te compenseren in sectoren waar reductie lastig haalbaar is. 

 

Verschillen in draagkracht
In een scenario met als doelstelling de mondiale temperatuurstijging te beperken tot onder de 2° C  kunnen de netto-nul-emissies iets na 2080 worden behaald. In het 1,5% scenario wordt dat punt ergens tussen 2050 en 2070 bereikt. Bij een kostenoptimale verdeling bereiken Brazilië en de Verenigde Staten de netto-nuldoelstelling eerder dan het wereldgemiddelde, en India en Indonesië later. China, Rusland en de Europese Unie zitten dicht bij het mondiaal gemiddelde. Bepalende factoren hierbij zijn de capaciteit om emissies terug te dringen (bijvoorbeeld via CO2-opslag en herbebossing) en het ontwikkelingsniveau. Naast kosteneffectiviteit worden de nationale reductiedoelen ook bepaald door draagkracht, historische verantwoordelijkheid en verschillen in emissies per hoofd van de bevolking. Dit houdt in dat rijkere landen als Canada, de EU en China hun netto-nuldoelen eerder dienen te behalen dan landen als Brazilië en India. In een alternatief scenario kunnen deze landen als het nodig is steun krijgen van rijkere landen, zoals opgenomen in het Klimaatakkoord. 

 

Doelen bijstellen
Het is voor het eerst dat op zulke schaal is onderzocht hoe de nationale doelstellingen per land kunnen worden bepaald. Binnen het onderzoek is specifiek gekeken naar welke overwegingen en modellen van belang kunnen zijn voor het nationale klimaatbeleid. Een kanttekening bij dit onderzoek is dat de scenario’s dateren uit de periode 2016 - 2018. Nationale klimaatdoelen dienen volgens het Klimaatakkoord continu te worden bijgesteld en gecommuniceerd in de vorm van ‘Nationally Determined Contributions’. Die dienen als basis om te bepalen of de doelstellingen van Parijs worden gehaald, of dat beleid moet worden bijgesteld. Ook is het de bedoeling dat landen daarbij duidelijk maken of hun uitstootbeperkende maatregelen alleen CO2 betreffen of alle broeikasgassen en hoe ze daarbij te werk gaan. Daarbij dienen ook overwegingen van redelijkheid en billijkheid te worden meegenomen.

 

Bronnen: duurzaamnieuws.nl, pbl.nl

Naar boven 

SFDR: leidraad bij het duurzaam beleggingsbeleid van IVM Caring Capital 

Serie: het beleggingsbeleid van IVM Caring Capital in de praktijk
door Hans Volberda (partner en CEO IVM Caring Capital) 

 

Per 10 maart van dit jaar geldt er nieuwe Europese regelgeving voor aanbieders van duurzame beleggingsproducten, waaronder vermogensbeheerders. Deze Sustainable Finance Disclosure Regulation verplicht ook IVM Caring Capital, als duurzame vermogensbeheerder, om transparant te zijn over de mate waarin daadwerkelijk duurzaam wordt belegd. De bedoeling is om potentiële én huidige cliënten inzicht te verschaffen in de wijze waarop duurzaamheidsrisico’s zijn meegenomen in de samenstelling van de beleggingsportefeuille. Als de duurzaamheidsrisico’s niet worden meegenomen bij de keuze of iets wel of niet in de portefeuille wordt opgenomen, moet de potentiële cliënt daarop precontractueel door de vermogensbeheerder worden gewezen. Als duurzame vermogensbeheerder staat IVM Caring Capital ervoor dat alle beleggingen reeds lang duurzame kenmerken hebben. De manier waarop wij duurzaamheid hebben geïntegreerd in ons beleggingsbeleid staat dan ook uitgebreid omschreven op onze website. IVM Caring Capital is verder aangesloten bij de United Nations Principles for Responsible Investments (UNPRI) en onderschrijft de UN Global Compact Rules (UNGCR). Tevens zijn wij medeondertekenaar van het Sustainable Development Goals (SDG) Charter in Nederland. 

 

Wilt u, als cliënt of geïnteresseerde, hierover méér weten, klik dan hier
 

Naar boven 

Heeft u tips, vragen of opmerkingen laat het ons weten.
Telefoon +31 23 531 01 85 Bereikbaar op werkdagen van 9.00 tot 17.00 uur.

 

Afmelden voor de nieuwsbrief